Organisatiemisdrijf amper voor de rechter

Delen:

Joep Beckers
Joep Beckers

Bedrijven die strafbare feiten plegen hoeven zich nauwelijks publiekelijk voor een onafhankelijke strafrechter te verantwoorden. Hun delicten worden doorgaans buiten de rechtbank afgedaan, waardoor een formele vaststelling van schuld vaak uitblijft. Dat concludeert criminoloog Joep Beckers in zijn proefschrift. Hij bepleit meer aandacht voor openbaarheid, waarheidsvinding en schuldvaststelling.

Beckers zegt dat organisatiecriminaliteit veel schade toebrengt aan de economie, het milieu en het maatschappelijk fundament. Hij noemt als voorbeelden de miljoenenschikkingen met bedrijven als Rabobank, Ballast Nedam, KPMG en SBM Offshore.

Topje van de ijsberg

Maar deze vormen slechts het topje van de ijsberg, meent Beckers. “We weten weinig van het totaalplaatje.” Op basis van een uitgebreide literatuurstudie, een beleidsanalyse, en vooral een omvangrijk strafbladenonderzoek (2.500 strafbladen) en een groot aantal interviews schetst Beckers een beeld van de strafrechtelijke aanpak van organisatiecriminaliteit. Hij onderzocht onder meer hoeveel van de 237 grootste ondernemingen in Nederland over een strafblad beschikken. Een vijfde van de bedrijven blijkt iets op zijn kerfstok te hebben gehad in het verleden.

Het Openbaar Ministerie wil het strafrecht vooral gebruiken voor ‘betekenisvolle zaken’, maar in werkelijkheid zijn betekenisvolle miljoenenschikkingen uitzonderlijk. “Het gros van de strafrechtelijk aangepakte organisatiecriminaliteit bestaat uit veelvoorkomende en eenvoudige verkeers- en milieudelicten,” zo concludeert Beckers.  De sancties die worden opgelegd zijn doorgaans betrekkelijk laag. Volgens Beckers worden de unieke kenmerken van het strafrecht daardoor niet volledig benut.

Functioneel pragmatisme

Beckers zegt dat de strafrechtelijke aanpak van organisatiecriminaliteit wordt geplaagd door praktische obstakels en ‘verbeeldingsbarrières’. “Rechtspersonen kunnen nu eenmaal geen gevangenisstraf krijgen opgelegd. Ook hebben ze vaak ‘no soul to damn and no body to kick’. Hierdoor hebben officieren van justitie doorgaans een voorkeur voor het vervolgen van natuurlijke personen.”

Bij grote bedrijven speelt daarnaast mee dat zij ook grote economische belangen vertegenwoordigen. Daarom krijgen dergelijke organisaties vaak zogenaamde ‘maatwerktransacties’ aangeboden. “Functioneel pragmatisme prevaleert dan,” aldus Beckers. “Principes als rechtsgelijkheid, rechtszekerheid en transparantie worden bij tijd en wijle overschaduwd door een breed gedragen gevoel om ‘te roeien met de riemen die je hebt’.”

Joep Beckers (1984) studeerde Criminologie en Nederlands Recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In 2008 studeerde hij cum laude af. Een jaar later begon hij in Rotterdam aan zijn promotieonderzoek. Sinds 2015 werkt Beckers als senior gedragswetenschapper bij de Nederlandse Zorgautoriteit. Hij verdedigde zijn proefschrift op vrijdag 13 januari 2017. Lees het volledige proefschrift hier.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven