De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State vindt 835 euro aan leges voor een naamswijziging niet te hoog. Bureau Clara Wichmann, dat het hoger beroep ondersteunde, spreekt van een ‘teleurstellende uitspraak’.
De zaak betreft een Nederlandse vrouw met een Turkse achtergrond, die na een echtscheiding haar meisjesnaam weer wilde gebruiken. Daarvoor moest ze 835 euro aan leges betalen. Omdat de vrouw de leges niet kon betalen, nam de minister haar aanvraag niet in behandeling. De vrouw kwam vervolgens in beroep bij de rechtbank, die haar beroep ongegrond verklaarde. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep echter ongegrond verklaard. De Afdeling vindt de hoogte van de leges voor de naamswijziging niet in strijd met het EVRM noch met het VN-Vrouwenverdrag of het EU-recht.
Eerder oordeelde de Rechtbank Amsterdam dat het niet de verantwoordelijkheid is van de Nederlandse staat om de discriminatoire Turkse wetgeving inzake namenrecht gratis te ‘repareren’ voor cliënte. Ook het beroep op het evenredigheidsbeginsel is niet gehonoreerd.
Volgens Bureau Clara Wickmann komen veel ‘bipatride’ vrouwen die op basis van buitenlands recht door een huwelijk hun meisjesnaam zijn verloren, na de echtscheiding voor deze hoge kosten te staan om hun eigen achternaam weer terug te krijgen. Deze hoge financiële drempel is volgens het Bureau in strijd met artikel 8 van het EVRM en artikel 16 van het VN-Vrouwenverdrag.
Anniek de Ruijter, directeur Bureau Clara Wichmann, is teleurgesteld. “Een gunstige uitspraak had betekend dat alle gescheiden vrouwen in Nederland – naast de Turkse ook bijvoorbeeld de Filipijnse en Bosnische – hun eigen achternaam weer zonder hoge kosten kunnen terugkrijgen na een echtscheiding, net als Nederlandse vrouwen.”
Nu de nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput, overlegt Bureau Clara Wichmann met advocate Heidi Lichteveld en haar cliënt over de mogelijkheden om een klacht in te dienen bij het Europese Hof van de Rechten van de Mens of het CEDAW-comité vanwege schending van het VN-Vrouwenverdrag
