Column: Alle processtukken over de digitale schutting?
De Rechtspraak staat aan de vooravond van een grote moderniseringsoperatie. Om die operatie mogelijk te maken, is nieuwe wetgeving nodig. Een voorstel is inmiddels rond gegaan en stemt de Raad voor de rechtspraak tot tevredenheid.
Het wetsvoorstel beoogt de rechtspraak toegankelijker te maken en een eenvoudiger rechtsgang te bieden in het burgerlijk en het bestuursprocesrecht. Daarbij zal voor beide rechtsgebieden gaan gelden dat het indienen van (proces)stukken gedigitaliseerd wordt. De digitale weg wordt zelfs verplicht voor nagenoeg alle stukken en professionele partijen.
Gevaar 1: overheid en automatisering
Mooi initiatief, maar digitalisering… , overheid … Ik weet het niet. Toegegeven de invoering van de European Case Law Identifier was ook geen misselijk project en dat heeft men, weliswaar met een behoorlijke vertraging, tot een goed einde weten te brengen. Dat stemt op zijn minst hoopvol. En ik mag aannemen dat hetgeen de Raad voor de rechtspraak stelt in haar advies over het voorstel wordt nagevolgd: de nieuwe digitale procedure zal pas in werking treden als de digitale systemen volledig werken, en betrouwbaar en stabiel zijn.
Gevaar 2: beveiliging
Een andere zorg betreft de beveiliging. De Raad stelt daarover dat met de komst van het geautomatiseerde systeem er nieuwe mogelijkheden ontstaan voor onbevoegden om zich meester te maken van informatie die aan de Rechtspraak is toevertrouwd of van informatie die onder het geheim van de raadkamer valt. En elk systeem is te kraken, dus ook het nieuwe digitale processysteem. Wel is de vraag, hoe makkelijk is het systeem te kraken en op welke gegevens zullen de hackers stuiten als ze eenmaal binnen zijn.
Gevaar 3: heel veel processtukken over de digitale schutting
Betreffen planning en beveiliging standaard zorgen in een automatiseringsproject, specifiek voor dit processysteem is de vrees dat het digitaal kunnen indienen van stukken partijen ertoe kan verleiden grote hoeveelheden informatie in de vorm van digitale documenten, audiobestanden, filmpjes en links naar websites over de rechter uit te storten. Dat dit kan gaan gebeuren is echter voorzien door de wetgever die in het voorstel de mogelijk heeft gecreëerd om gegevens en bescheiden te weigeren als de aanvaarding daarvan in strijd zou zijn met de eisen van een goede procesorde. Hierbij kunnen overwegingen ten aanzien van de omvang een rol spelen, maar ook betreffende de specificatie waar in de stukken het gewenste bewijs kan worden gevonden.
Voorwaarden digitaal deponeren
Ten aanzien van het eerste stelt de Raad dat de rechter voorwaarden moet kunnen stellen ten aanzien van de maximale grootte van een bestand. Dit lijkt vreemd in tijden dat computergeheugen bijna gratis is. En zou het niet ook handig zijn als er er ook (geheugen vretende) filmpjes en afbeeldingen over de digitale schutting gegooid kunnen worden?
Bovendien zal een procespartij het wel uit het hoofd laten om een terabyte aan stukken aan te leveren als de partij weet dat in alle stukken aangegeven moet zijn welke onderdelen relevant zijn, op straffe van het weigeren van de gegevens door de rechter. Want dat is ook wat de Raad voor de rechtspraak voorstelt: een specificatieplicht. Hierbij moet op het door partijen te gebruiken webformulier een vinkje gezet worden waaruit blijkt dat men op de hoogte is van deze plicht en de mogelijke gevolgen van het niet voldoen aan die plicht. En als de inzender dit veld vervolgens niet invult, dan is de Raad van mening dat de rechter deze niet nogmaals in de gelegenheid hoeft te stellen om de relevante passages aan te geven en kunnen de stukken direct geweigerd worden.
Zo blijft het overzichtelijk achter de digitale schutting.