De platina route naar open access voor juristen
De VSNU, de Nederlandse vereniging van universiteiten, is blij met de aandacht voor open access. Terecht. De universiteiten hebben lang genoeg aan de leidband gelopen van de commerciële uitgevers. Het is tijd dat daar een einde aan komt en het internet biedt daartoe alle kansen. De VSNU stimuleert de universiteiten dan ook te werken aan het publiek toegankelijk maken van de wetenschappelijke resultaten. Zeker als dat resultaten zijn die met publieke middelen zijn gefinancierd. Ook dat is meer dan terecht.
Groen en goud
De VSNU (en vele andere) spreekt over twee open access-routes: een groene en een gouden. De groene route gaat uit van zelfarchivering. Auteurs maken in dit model hun werk zelf openbaar toegankelijk door hun teksten te plaatsen in een vrij toegankelijk repository.
De gouden route is een meer complexe maar uiteindelijk volgens velen een meer duurzame route naar open access, zo schrijft VSNU in een brief aan de universiteiten. Als deze gouden route realiteit wordt, dan zullen publicaties via de platforms van de uitgevers direct online beschikbaar gesteld gaan worden. Dit betekent een einde van het huidige verdienmodel van de uitgevers dat gebaseerd is op abonnementen. Het idee bij de gouden route is namelijk dat auteurs (of de werkgevers van de auteurs) een vergoeding gaan betalen als hun artikelen gepubliceerd worden op de platforms van de overheid. Voorbeelden van uitgeefplatforms die op deze wijze werken zijn PlosOne, PeerJ en BioMed Central.
Groen en goud deugen niet
De groene route werkt slecht. Veel auteurs gunnen zichzelf niet de tijd om na publicatie van hun artikelen in ouderwetse tijdschriften ook nog even te regelen dat een digitale versie beschikbaar komt in de repository van de universiteit. Als het al gebeurt, dan mag het van de uitgevers vaak alleen onder embargo. Zonde natuurlijk, want dat actuele artikel wil een auteur het liefst zo snel mogelijk onder de aandacht brengen en niet pas maanden na publicatie.
De gouden route lijkt misschien beter omdat een artikel in ieder geval onmiddellijk online staat, maar ook deze heeft toch niet mijn voorkeur, alleen al vanwege het feit dat slechts auteurs die voldoende geld hebben of een werkgever hebben met een goed gevulde kas, kunnen en zullen publiceren. De armen onder ons die graag ook een mening ventileren, hebben pech. I want to support #OpenAccess publishing. Checked out PLoS One... $1,350 to publish one article. Hi, corporate publishing overlords. I'm back, twitterde een psychologieprofessor enige tijd terug. Dat zegt genoeg. En ja, PLOS heeft wel regelingen voor de armlastigen, maar het feit dat een arme auteur niet alleen zijn stuk goedgekeurd moet krijgen, maar vervolgens ook nog energie moet gaan steken in het ophalen van geld, is al een reden niet enthousiast te zijn over de gouden route.
Er zijn overigens ook andere redenen om niet te kiezen voor publicatie in wat men ook wel noemt megajournals als PLosOne. Het zouden journals of last resort en article dumping grounds zijn. Hoewel deze laatste kritiek ook te weerleggen is, feit is wel dat de output van PlosOne in mei van dit jaar 25 procent lager lag dan in december 2013. Het gebrek aan een impact factor van een publicatie in PlosOne is daar mogelijk debet aan.
Platina route
Mijn voorstel is niet te gaan voor de groene, niet voor de gouden, maar voor de platina route. En dan richt ik me daarbij op het juridische domein. Niet dat andere disciplines deze route niet zouden kunnen volgen, maar het juridische domein heeft eigenaardigheden die minder aanwezig zijn in andere disciplines. De platina route moet leiden tot een vrij toegankelijk online juridisch platform dat eenieder de mogelijkheid biedt gratis te publiceren. Arm en rijk, maar—zeker voor juristen interessant—wetenschap en praktijk. Een advocaat van een klein kantoor mag net zo goed een wetenschappelijk stuk aanbrengen als een hoogleraar privaatrecht.
Wetenschap en praktijk nauw verweven in het recht
De keuze voor deze route heeft te maken met het feit dat de rol van de rechtswetenschapper zich niet alleen beperkt tot de wetenschap in verband met de rol van het recht binnen de samenleving. Hiervoor is de rechtswetenschap te veel verweven met de rechtstoepassing en -praktijk. Dit is nu terug te zien in de samenstelling van veel redacties van juridische tijdschriften. Niet zelden bestaan deze uit een verzameling wetenschappers en praktijkjuristen. Die verwevenheid moet ook een plek krijgen in het platform.
De keuze heeft ook te maken met het feit dat de rol van uitgevers voor de verspreiding van juridische teksten met de komst van het internet eigenlijk is uitgespeeld. Dit laatste, gecombineerd met het bestaan van steeds betere \\L12open source auteurs- en redactietools, vergemakkelijkt het opzetten van een non-profit juridisch uitgeefplatform. Als we tot slot ook nog bedenken dat met name de overheid heel goed aan de weg timmert inzake de ontsluiting van wetten en jurisprudentie, dan is het een logische stap de doctrine daaraan toe te voegen.
Financiering van de platina route
Wie gaat dat betalen? De gehele juridische gemeenschap. Zij profiteren ervan en zij zullen de abonnementskosten voor tijdschriften niet gaan vervangen door fees voor te publiceren artikelen, maar voor bedragen ter ondersteuning (technisch, organisatorisch) van het platform. En de rijke juristen betalen iets meer dan de arme, maar uiteindelijk profiteren alle juristen, en de gehele samenleving. Het rechtssysteem wordt immers nog transparanter.
Kwestie van visie en tijd
Ik las in mijn vakantie het boek over Mr. Amazon, Jeff Bezos. Hij heeft persoonlijk ondervonden dat de combinatie van technologisch inzicht, geduld en langetermijndenken uiteindelijk vruchten afwerpt. Ze hebben hem uitgelachen en bezitters van aandelen Amazon geadviseerd deze toch vooral van de hand te doen. Het is goedgekomen met Amazon. Laat we hopen dat dit ook gaat gelden voor de platina route naar juridisch open access publiceren.