Proefschrift: Vergoeding van immateriële schade wegens aantasting in de persoon
Dit onderzoek richt zich uitsluitend op de vergoeding van immateriële schade. Centraal staat de vraag in welke gevallen naar Nederlands recht smartengeld dient te worden toegekend. Deze vraag wordt uiteraard niet in een vacuüm gesteld en beantwoord, er is een juridisch kader. Dit bestaat voornamelijk uit twee bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek: art. 6:95 en art. 6:106. Art. 6:95 BW stelt:
"De schade die op grond van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding moet
worden vergoed, bestaat in vermogensschade en ander nadeel, dit laatste voor zover de
wet op vergoeding hiervan recht geeft."