Juristen verlaten traditionele uitgevers (ooit)
Er is weer een week van de \\L1open access, zoals elk jaar in oktober. De tijd vliegt. Ik word oud. Maar word ik ook blij? Misschien wel over mijn leeftijd, maar zeker niet van de stroperige en foute gang van zaken rond open access. Elk jaar verschijnen er weliswaar wat positieve berichtjes rond de week van open access, maar zodra de week voorbij is, lijkt het weer business as usual. En de staatssecretaris maar praten met uitgevers over het uitgeven in de toekomst—nu zelfs samen met de rest van Europa.
Gouden route loopt dood
Kan nou niemand die staatssecretaris vertellen dat hij helemaal niet moet onderhandelen met uitgevers over open access? En zeker niet met de juridische uitgevers. Hij moet gewoon een eigen plan trekken. Zo hebben wij juristen de uitgevers helemaal niet meer nodig, althans niet voor het uitgeven en verspreiden van boeken en tijdschriften. Dat kunnen we heel goed zelf. We willen het abonnee-model ook helemaal niet vervangen door die belachelijke gouden route waarbij wij nog steeds (te veel) geld naar de uitgevers brengen voor het corrigeren van een paar typos en voor het met 1 druk op een knop wereldwijd verspreiden van (juridische) teksten.
Service-organisatie voor juridisch uitgeven
Mag ik het nog één keer uitleggen? Men neme eentiende van het budget dat de rechtenfaculteiten, de rechtspraak en de overheid uitgeven aan juridische boeken en tijdschriften. Vervolgens wordt met dat geld een organisatie opgericht die een website met een auteurs- en publicatieomgeving beheert: een service-organisatie van en voor juridisch Nederland. Dan stappen de redacties over of er worden nieuwe redacties samengesteld en klaar zijn we om juridische publicaties online te publiceren.
De taalkundigen verlaten hun uitgevers
Zeg niet dat het niet kan, want taaldeskundigen hebben met steun van 6 universiteiten en het NWO zojuist aangekondigd een vergelijkbare stap te gaan zetten. Althans, ze gaan uit kostenoverwegingen weg bij hun uitgevers en nemen de regie in hun uitgeefproces. Het slechte aan het taal-initiatief is gelegen in het feit dat ze blijven werken met open access fees. Dat is helemaal niet nodig. In het door mij geschetste scenario is publiceren gewoon gratis en worden de kosten van het auteurs- en publicatieplatform gedragen door de gehele juridische gemeenschap. Dus ik doe bij deze een oproep aan juridisch Nederland: wees nu eens niet behoudend en verlaat net als de taalkundigen de traditionele uitgevers. Een stuk goedkoper en, niet onbelangrijk in deze tijden van digitale big data, wij juristen blijven te allen tijde de beschikking houden over de teksten. Er zijn immers geen abonnementen meer.
Nieuwe tijden, nieuw werk
Ik ben overigens niet tegen (juridische) uitgevers. Laat dat duidelijk zijn. Maar tijden veranderen nu eenmaal, dus ook banen veranderen en soms verdwijnen zelfs hele schakels uit maatschappelijke ketens. Gaat u nog wel eens naar een videotheek? Nee, natuurlijk niet, want die zijn er (bijna) niet meer. U kijkt echter nog wel gewoon naar films. Gewoon via Netflix of misschien stiekem via Popcorn Time (nu het nog kan).
Juridische uitgevers verdwijnen niet
Ik denk trouwens niet dat de juridische uitgevers, net als de videotheken, zullen verdwijnen. Hun werk verandert wel. Ze moeten aan de slag met data—juridische big data, het steenkool van deze tijd. Op dat gebied is er nog heel veel werk te verzetten. Het juridische datawerk blijft bestaan. Sterker, het wordt alleen maar belangrijker en veelomvattender met de toenemende hoop juridische gegevens. De juridische tijdschriften en boeken zullen wellicht weg gaan bij de uitgevers, maar er zijn nieuwe kansen te over voor het juridische uitgeefland.
Back to the legal publishing future
Toen Michael J. Fox 30 jaar geleden back to the future ging naar 21 oktober 2015 vond hij gadgets die wij nu echt hebben. Ik durf nu te stellen dat wij juristen onze tijdschriften en boeken over 30 jaar niet meer via uitgevers verspreiden, maar via een open juridisch dataplatform. Een platform dat we op onze tablet met onze stem kunnen bevragen en dat naar believen wetten, uitspraken en artikelen ophoest. Een voorziening die wordt gefaciliteerd door de ons bekende uitgevers.
De juridische uitgever is dood. Leve de juridische uitgever!!!