Kortere verjaringstermijn bij tenuitvoerlegging van veroordeling tot vergoeding wettelijke rente
Op grond van de wet verjaart de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een rechterlijke uitspraak door verloop van twintig jaar. Het onderwerp ter discussie betreft een vordering tot betaling van wettelijke rente uit hoofde van een rechterlijke uitspraak. Op deze vordering blijkt—anders dan voorheen tot uitgangspunt werd genomen—een afwijkende verjaringstermijn van toepassing.