In deze zaak is werknemer in dienst genomen op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Hij werd vervolgens benoemd tot statutair bestuurder. Daarom is de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd opgevolgd door een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van drie jaar, die bovendien nog eens werd verlengd. Werkgever meent dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege is geëindigd.
De rechter oordeelt dat de Ragetlieregel van toepassing is: als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (die anders is geëindigd dan door opzegging door de werkgever of de faillissementscurator of door ontbinding door de rechter) na ten hoogste zes maanden wordt opgevolgd door een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, moet de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd worden opgezegd (artikel 7:667 lid 4 BW).