Is de beschermingsbewindvoerder een 'wettelijke vertegenwoordiger'?
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft aan de Hoge Raad de prejudiciële vraag gesteld of de bewindvoerder, gezien artikel 4:193 BW, gehouden is om binnen drie maanden na het overlijden voor zijn cliënt een keuze te maken terzake het (beneficiair) aanvaarden of verwerpen van een nalatenschap. Hierover wordt verschillend geoordeeld in de rechtspraak.