De meeste claims van verkeersslachtoffers worden buiten rechte afgehandeld. Dat neemt niet weg dat diverse procedurele wegen naar de rechter openstaan ter beoordeling van schadeclaims; zowel via het civiele, als via het strafrecht. In deze bijdrage wordt primair aandacht besteed aan de positie van het slachtoffer. Daarbij komen ontwikkelingen rond smartengeld aan de orde, evenals affectie- en shockschade. Eén en ander wordt toegelicht met praktijkvoorbeelden, waarmee inzicht wordt gegeven in ‘de blik van de rechter op de weg’.