Gecedeerde vordering van failliete cliënt: nipte vrijspraak advocaat voor faillissementsfraude

Gecedeerde vordering van failliete cliënt: nipte vrijspraak advocaat voor faillissementsfraude

Een ondernemer had een schuld bij een advocaat opgebouwd (€ 154.596), evenals bij de Belastingdienst. Die laatste sloot met de ondernemer een vaststellingsovereenkomst waarin stond dat de fiscus geen verdere invorderingsmaatregelen zou treffen. Hiermee verviel een vordering van bijna € 1,5 miljoen. Volgens de advocaat waren er toen voldoende vermogensbestanddelen (waaronder onroerend goed) om de vorderingen van de stichtingen en het advocatenkantoor te kunnen voldoen.
De ondernemer cedeerde een vordering die hij had op een derde à € 170.984 aan het kantoor van de advocaat. Een jaar later ging de ondernemer failliet. Deze cessie, als voldoening van een declaratie, is volgens de rechtbank niet toegestaan (ex Gedragsregels Advocatuur). Het gaat de rechtbank echter niet om het ‘mogelijk gedragsrechtelijk laakbare’ handelen, maar om de vraag of de advocaat het faillissement van de ondernemer kon voorzien. Volgens het OM wel. Volgens de rechter niet.