Volgens de minister was het noodzakelijk de elektronische weg voor het indienen van ingebrekestellingen te sluiten, omdat er ingebrekestellingen werden gemist als gevolg van de vele verschillende kanalen waarop deze werden ingediend. Ingebrekestellingen werden namelijk ingediend via het Portaal voor Advocaten, via e-mail, in gronden of bezwaren, MijnOverheid, per post en fax. Deze veelheid aan kanalen vereist aanzienlijke aandacht en medewerkers moeten daardoor voortdurend alert zijn op ingebrekestellingen. Door deze werkwijze kwamen ingebrekestellingen soms niet tijdig onder ogen van de minister. Specifiek bij het Portaal voor Advocaten is het voorgekomen dat ingebrekestellingen samen met andere stukken in grote berichten werden verzonden en daardoor niet werden opgemerkt.
De rechtbank acht het evenwel in strijd met artikel 2:15 Awb als de minister een opengestelde elektronische weg afsluit en op die manier een hogere drempel opwerpt voor correspondentie.