Echtgenote mag erven - ondanks veroordeling
De wet bepaalt dat echtgenoten van rechtswege onwaardig zijn om te erven na veroordeling voor mishandeling. De echtgenote in deze zaak wil desondanks erven en beroept zich op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid.
De rechtbank bepaalt dat artikel 4:3 lid 1 sub b BW (een dwingende bepaling) in casu niet van toepassing is en dat de echtgenote inderdaad mag erven, gezien:
1. de duur en de aard van de relatie tussen erflater en de echtgenote;
2. de gezondheidssituatie van de echtgenote;
3. de verzorgingsgedachte van erflater voor de echtgenote; en
4. disproportionaliteit tussen de ernst van misdrijf en de gevolgen van onwaardigheid.