Een uitspraak over een bestuurlijke boete (à € 168.750) wegens onderbetaling van 23 werknemers en het niet verstrekken van de vereiste bescheiden aan 16 werknemers (overtredingen van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag). De rechtbank matigde de boete tot € 144.500. De Afdeling komt tot een matiging tot € 113.625 wegens overschrijding van de redelijke termijn en het - voorafgaand aan het begin van de redelijk termijn - dralen door de Arbeidsinspectie tussen het uitbrengen van het boeterapport en de boetekennisgeving. De matiging bedraagt 25%.