Vergunningsvereiste naar nationaal recht staat niet aan toepasselijkheid Uitzendrichtlijn in de weg. Is inlener hoofdelijk aansprakelijk voor gevolgen van discriminatoir ontslag uitlener op grond van artikel 5 Uitzendrichtlijn?
In deze zaak oordeelt het Hof van Justitie EU over de vraag of een Spaanse onderneming die werkzaamheden voor Microsoft uitvoert, kwalificeert als ‘uitzendbureau’ ondanks het ontbreken van een uitzendvergunning naar nationaal recht.
Het Hof benadrukt dat een dergelijke eis niet volgt uit de Uitzendrichtlijn. Het gaat erom of de uitzender werknemers aanneemt met het oogmerk deze onder leiding en toezicht van de inlener werkzaam te laten zijn.
Of sprake is van leiding en toezicht is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.
Dat de uitlener roosters en vakantiedagen registreert en bepaalt, staat niet aan leiding en toezicht bij de inlener in de weg.
Op de interessante vraag of de inlener krachtens artikel 5 lid 1 Uitzendrichtlijn ook hoofdelijk aansprakelijk is voor de gevolgen van het discriminatoir ontslag van de uitlener (ontslag tijdens zwangerschap) geeft het Hof geen antwoord, omdat deze vraag te ‘hypothetisch’ zou zijn in het voorliggende geval.