Fraude is geen fraude in een gedoogcultuur
Werknemer was sinds 1984 in dienst. Op een zeker moment werd hij op het matje geroepen, omdat hij zou frauderen met restmateriaal. Als na een klus aluminium, koper en ijzer overbleef, verzamelde hij dat en bracht dat tegen een vergoeding naar een ijzerboer. Deze vergoeding werd niet aan werkgever afgedragen. Het ontslag op staande voet is evenwel ten onrechte gegeven. Werkgever had - mede gezien de onberispelijke staat van dienst van werknemer en diens leeftijd - eerst de (nieuwe) regels moeten uitleggen. Billijke vergoeding van € 38.200.