Onbetaalde kracht claimt werknemerschap: moet bewijzen dat gezagsverhouding en recht op loon bestond
Tussen partijen is niet in geschil dat een man feitelijk werkzaamheden heeft verricht (mede) ten behoeve van het bedrijf. Het bedrijf heeft gemotiveerd betwist dat van een arbeidsovereenkomst sprake is. Niet alleen is er nooit loon betaald, maar ook is van een gezagsverhouding geen sprake. De man in kwestie, die een uitkering van de sociale dienst genoot, verrichte zijn werkzaamheden vrijwillig. Aangezien nooit loon is betaald, is geen sprake van het rechtsvermoeden dat een arbeidsovereenkomst bestaat.
Gelet op deze betwisting wordt de man opgedragen te bewijzen dat sprake was van een gezagsverhouding, dat hij bedrijfskleding droeg met het logo van het bedrijf, contacten onderhield met klanten, anderen aanstuurde, de beschikking had over een bedrijfsauto en/of over de sleutels van bedrijfsgebouwen en dat aan hem loon is toegezegd — alsmede de hoogte van het toegezegde loon. Elke verdere beslissing wordt aangehouden, totdat op die manier komt vast te staan of van een arbeidsovereenkomst sprake is.