Werknemer stelt zich op het standpunt dat hij een vordering met betrekking tot vroegpensioen heeft op zijn voormalige werkgever. Dit bedrijf is failliet verklaard. Werknemer wil zijn vordering indienen in het faillissement. Hij vordert daarom bij de rechtbank dat die vaststelt dat hij inderdaad een vordering heeft op zijn werkgever. Werknemer baseerde zijn vordering op het vroegpensioen uit de garantieregeling. Echter, het betrof een voorwaardelijke pensioenopbouw; pas als de financiering rond zou zijn en het pensioen wordt ingekocht, is het een pensioenvordering. Tot dat moment is het een arbeidsvoorwaarde van werknemer - waarvan hij wel de nakoming kan vorderen van een werkgever.