Vervolg op 'rechtsbijstand-arrest' Hoge Raad: na verwijzing volgt bewijsuitsluiting
In het fiscale boeterecht is het arrest van de Hoge Raad van 6 september 2024 een belangrijke mijlpaal: de inspecteur moet de belastingplichtige wijzen op het recht op rechtsbijstand; in elk geval voordat sprake is van een verhoor in de zin van art. 5:10a Awb.
Als dit niet gebeurt, dan moet worden beoordeeld of er nog sprake is van een eerlijk proces in zijn geheel in de zin van artikel 6 EVRM en 14 IVBPR. Dit is van belang voor de vraag of bewijsuitsluiting moet volgen.
De Hoge Raad verwees de zaak terug naar Hof Den Bosch, die een lezenswaardige uitspraak deed. Het hof komt tot bewijsuitsluiting, via de route dat 1) de inspecteur de belastingplichtige niet heeft gewezen op het recht op rechtsbijstand voorafgaand aan het verhoor, 2) maar de belastingplichtige later wel bijstand van een adviseur heeft gekregen, dus bewijsuitsluiting dan eigenlijk niet hoeft te volgen, echter: 3) dat geen sprake is van een eerlijk proces als geheel (dus tóch bewijsuitsluiting).