Medehuurderschap bij een thuiswonend kind

Medehuurderschap bij een thuiswonend kind

Bij thuiswonende kinderen oordeelt de rechter vaak dat er sprake is van een gemeenschappelijke huishouding, maar niet van een duurzame gemeenschappelijke huishouding. De Hoge Raad heeft in een uitspraak in 1982 namelijk geoordeeld dat de situatie tussen een ouder en een kind uiteindelijk afloopt, omdat het kind zelfstandig gaat wonen.
De hoofdregel is dus dat tussen een kind en een ouder geen duurzame gemeenschappelijke huishouding bestaat. Alleen bij bijzondere omstandigheden wordt aangenomen dat er bij een thuiswonend kind sprake is van een blijvende duurzame gemeenschappelijke huishouding. Een bijzondere omstandigheid kan zijn dat het kind voor de ouder zorgt. Daarover oordelen rechters echter verschillend.