Inconcrete gedragsaanwijzing wegens woonoverlast houdt geen stand

Inconcrete gedragsaanwijzing wegens woonoverlast houdt geen stand

De voorzieningenrechter van rechtbank Limburg heeft een door een burgemeester opgelegde gedragsaanwijzing woonoverlast geschorst. De aanwijzing volgde op een lange voorgeschiedenis met overlastmeldingen bij de gemeente, een handgemeen en een mislukt bemiddelingsgesprek. De aanwijzing werd opgelegd op basis van artikel 151d Gemeentewet en artikel 2:79 APV. Op basis van de aanwijzing moeten verzoekers zich onthouden van intimidatie, bedreiging en treiteren, zowel verbaal als non-verbaal en mogen zij op geen enkele wijze – direct of indirect – contact hebben met hun buren. De voorzieningenrechter twijfelt of de burgemeester bevoegd is om een dergelijke, in (te) algemene termen gestelde gedragsaanwijzing op te leggen.