Het criterium 'naar zijn aard van korte duur' bij verhuur van woonruimte
De Huurcommissie oordeelde over een shortstay-huurovereenkomst en bepaalde dat deze niet kon worden beschouwd als gebruik dat 'naar zijn aard van korte duur' was. Dit had als gevolg dat de huurder huurbescherming genoot — en de huurprijs werd verlaagd van €1.850 naar €633 per maand. De casus werd gezien als een voorbeeld van de zogenoemde shortstay-truc, een schijnconstructie waarbij verhuurders proberen huurbescherming te omzeilen door reguliere huurovereenkomsten als tijdelijk te bestempelen.
Desondanks zijn er (genoeg) situaties waarin een shortstay-huurovereenkomst weldegelijk als 'naar zijn aard van korte duur' kan worden gekwalificeerd.