Gerecht van de EU beantwoordt per 1 oktober 2024 prejudiciële vragen op zes terreinen

Gerecht van de EU beantwoordt per 1 oktober 2024 prejudiciële vragen op zes terreinen

Het Gerecht van de Europese Unie wordt bevoegd om kennis te nemen van prejudiciële vragen met betrekking tot zes aangelegenheden: het gemeenschappelijk btw-stelsel, accijnzen, het douanewetboek, de tariefindeling van goederen, compensatie voor en bijstand aan passagiers bij vertraging of annulering van vervoersdiensten, en het systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten.
Verzoeken om een ​​prejudiciële beslissing dienen net als voorheen naar het Hof van Justitie te worden gestuurd. Daar besluit men verzoeken rechtstreeks te behandelen, ofwel over te dragen aan het Gerecht. Hoewel de reikwijdte beperkt is, impliceert dit een kleine revolutie: het Hof van Justitie heeft niet langer een monopolie op het beantwoorden van prejudiciële vragen.