Jurisprudentie van het EHRM over huiselijk geweld is mede gevormd door het Verdrag van Istanbul - en vise versa. Het door het EHRM ontwikkelde Osman-criterium vereist dat potentiële slachtoffers van geweld in zijn algemeenheid beschermd moeten worden tegen dreigend geweld waarvan de overheid weet heeft, dan wel behoorde te weten. Omdat (specifiek bij huiselijk geweld) de pleger, mogelijke slachtoffers en de vermoedelijke plaats delict bekend zijn, wordt aan dit criterium al snel voldaan als een slachtoffer eenmaal in contact is (geweest) met de autoriteiten. Dit heeft gevolgen voor beslissingen over gezag en omgang.