Hoge Raad over indexering van alimentatie met terugwerkende kracht

Hoge Raad over indexering van alimentatie met terugwerkende kracht

In deze alimentatiezaak had het hof bepaald dat de man met terugwerkende kracht een bedrag van € 3.200 bruto per maand diende bij te dragen in de kosten van het levensonderhoud van de vrouw. Daarbij had het hof niets bepaald over de wettelijke verhogingen in de tussenliggende periode. Had de vrouw recht op die indexeringen? Ook als ze daar niet uitdrukkelijk om heeft gevraagd?