Tuchtzaak rond samenwerking tussen woonzorginstelling en huisartsenpraktijk

Tuchtzaak rond samenwerking tussen woonzorginstelling en huisartsenpraktijk

Deze tuchtzaak onderstreept het belang van duidelijke afspraken en goede samenwerking tussen (Wlz-)zorginstellingen en huisartsen. Als de kwaliteit van de samenwerking in het gedrang komt doordat de huisarts zich (bijvoorbeeld vanwege de werkdruk) niet meer bekwaam acht om goede zorg te verlenen, dan bestaat de mogelijkheid om de samenwerking te beëindigen, ofwel geen (behandelings)overeenkomst aan te gaan. De uitspraak laat zien dat de beschikbaarheid en belastbaarheid van huisartsenzorg een actueel probleem is. Mogelijk kunnen huisartsenpraktijken en kleinschalige woonzorginstellingen van de casus leren.