Deze zaak gaat over het opleggen van een verbod om te procederen bij de bestuursrechter. Stichting Flora & Faunabescherming voert al jaren procedures tegen besluiten die te maken hebben met de aanleg van een nieuwe woonwijk. De koop-/aanneemovereenkomsten kunnen worden ontbonden als niet binnen een bepaalde termijn een onherroepelijke omgevingsvergunning wordt verkregen. Kopers en projectontwikkelaars eisten om die reden in kort geding dat de Stichting de aangespannen procedures zou intrekken. Met het ingediende beroep zou volgens eisers namelijk misbruik van (proces)recht worden gemaakt en onrechtmatig jegens hen worden gehandeld.
De Hoge Raad wil in deze specifieke zaak niet aan een dergelijk gebod en overweegt — onder meer — dat een bestuursrechtelijk beroep een grondrecht is en dat (zoals het hof heeft geoordeeld) niet aannemelijk is dat het beroep het belang van de ontwikkelaars en kopers onevenredig schaadt, noch dat dit beroep kansloos is.
Echter: de Hoge Raad overweegt ook dat de civiele rechter in beginsel weldegelijk kan oordelen over een vordering die strekt tot een gebod tot intrekking van een bestuursrechtelijk beroep. Dat neemt niet weg dat de lat voor toewijzing daarvan hoog ligt.