Afgebroken onderhandelingen: kostenvergoeding wegens ongerechtvaardigde verrijking
Ook als het afbreken van onderhandelingen niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, kunnen zich omstandigheden voordoen op grond waarvan de partij die de onderhandelingen afbreekt, verplicht is (een deel van) de kosten die de wederpartij heeft gemaakt, te vergoeden.
De Hoge Raad bevestigt dat dit het geval kan zijn als de partij die de onderhandelingen afbreekt, ongerechtvaardigd is verrijkt door werkzaamheden die de wederpartij heeft verricht (artikel 6:212 BW).
Het arrest Plas/Valburg (1982) heeft na CBB/JPO (2005) steeds zijn betekenis behouden voor vergoeding van 'negatief contractbelang' bij afgebroken onderhandelingen — dus óók als sprake is van ongerechtvaardigde verrijking.