Proefschrift: Het legaat, de wisselwerking tussen civiel en fiscaal recht
In het erfrecht is het legaat een belangrijke en veel gemaakte uiterste wilsbeschikking. Veelal dient het legaat een zuiver civielrechtelijk doel: het doen toekomen van een bepaald goed of een geldbedrag aan een bepaalde persoon. Het legaat leent zich echter bij uitstek ook voor het creëren van allerlei fiscaal ingegeven structuren. Dit onderzoek richt zich op het legaat en de wisselwerking tussen het civiele en het fiscale recht. Beoogd wordt om de kracht van het onderzoek te laten schuilen in de synthese van de civielrechtelijke en de successierechtelijke benadering van vragen rondom het legaat.
Een van de centrale onderzoeksvragen is wat onder het regime van de per 1 januari 2010 vernieuwde Successiewet 1956 nog de betekenis is van allerlei in de fiscaal-notariële praktijk gehanteerde structuren waarbij het legaat een rol speelt. Hieraan wordt de vraag gekoppeld of deze toepassingen wenselijk zijn, en – zo neen – op welke wijze de wetgever hiertegen kan optreden of reeds is opgetreden. Tevens is onderzocht of de wetgever in de Successiewet met het bestrijden van (in zijn ogen) onwenselijke structuren niet is doorgeschoten en zijn er aanbevelingen aan de wetgever gedaan.