Proefschrift: Het burgerlijk kleed van de Staat
Zoals de titel van het proefschrift reeds doet vermoeden staat in het onderzoek van Teunissen de vraag centraal of, en zo ja in hoeverre de overheid mag deelnemen aan het privaatrechtelijke rechtsverkeer ter behartiging van publiekrechtelijke belangen. Hierbij vormen de democratisch-rechtsstatelijke waarborgen voor de burger het primaire toetsingskader. Het thema overheid en privaatrecht leverde, zoals bekend, in de twintigste eeuw veel proefschriften op. Origineel lijkt het onderwerp van de voorliggende dissertatie daarom niet. Het boek van Teunissen is echter als rechtspolitiek manifest naar aard en inhoud beschouwd – zeker naar Nederlandse maatstaven – onorthodox. Strikt genomen betreft het een scherpe aanval die zich richt tegen het positieve Nederlandse recht (in het bijzonder tegen de gemene en gemengde rechtsleer, de tweewegendoctrine, alsmede tegen de theoretische grondslagen van het Windmillarrest (HR 26 januari 1990, AB 1990, 408 m.nt. G.P. Kleijn (de doorkruisingsleer)).