Proefschrift: Waarschuwingen en productaansprakelijkheid
Elk jaar raken EU-burgers gewond tijdens het gebruik van producten. De producent is aansprakelijk voor dergelijke schade. Rechters die een oordeel moeten vellen over schadeclaims kunnen worden geconfronteerd met verschillende waarschuwingsvragen. Was de gegeven productwaarschuwing bijvoorbeeld adequaat? In haar juridische proefschrif gaat Sanne Pape in op de vraag hoe het productaansprakelijkheidsrecht een bijdrage kan leveren aan het voorkomen van deze schade. Dat kan door de manier waarop het recht omgaat met waarschuwingsvragen. Wat is een productwaarschuwing? Welke risico’s vereisen een waarschuwing? En op welke wijze moet gewaarschuwd worden? Bij het beoordelen van dergelijke waarschuwingsvragen bij producten maakt het recht gebruik van veronderstellingen over hoe mensen zich gedragen en hun interactie met producten en productwaarschuwingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de aanname dat waarschuwingen effectief kunnen zijn in het beïnvloeden van het gedrag van gebruikers. Maar is dat ook werkelijk zo? Een ander voorbeeld is de manier waarop rechters of procespartijen productwaarschuwingen evalueren. Uiteraard, gezond verstand stelt dat de grootte van een waarschuwing relevant kan zijn voor een goede waarschuwing. Maar klopt dit ook echt en is dit een juiste grondslag voor het juridisch beoordelen van een waarschuwing? Rechters moeten op grond van een Europese richtlijn een oordeel geven over claims van personen die schade hebben geleden tijdens het gebruik van een product. Zij zijn echter geen experts als het gaat om het ontwerpen van goede waarschuwingen. Daardoor kunnen problemen zich voordoen bij het juridisch beoordelen van waarschuwingskwesties. Pape gebruikt daarom inzichten uit de cognitieve psychologie en ergonomie voor het doen van aanbevelingen voor de Europese civiele rechter en procespartijen. Zo wil ze hen helpen bij het interpreteren van deze waarschuwingskwesties binnen de richtlijn. Cognitieve psychologie en ergonomie maken het mogelijk om uit te leggen hoe waarschuwingsinformatie wordt verwerkt door het brein, hoe mensen oordelen over productrisico’s en op welke wijze het ontwerp van producten kan bijdragen aan de veiligheid van gebruikers. Pape analyseert per waarschuwingsvraag de toegevoegde waarde van deze inzichten voor het Europese productaansprakelijkheidsrecht. Daarbij staat de invulling van het aansprakelijkheidscriterium van gebrekkigheid van de richtlijn centraal. Pape stelt dat goede waarschuwingen op producten moeten worden ontworpen om schade te voorkomen en dus ook aansprakelijkheid. Bovendien stelt zij dat een waarschuwing niet als escape route door producenten mag worden gebruikt. Indien aanpassingen van het productontwerp redelijkerwijs mogelijk zijn, gaat daar juridisch de voorkeur naar uit. Een waarschuwing alleen voorkomt dan geen aansprakelijkheid.