De Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging maakt het mogelijk om bij algemene maatregel van bestuur af te wijken van het burgerlijk procesrecht, zodat ervaring kan worden opgedaan met (proces)innovatie. Dit eerste experiment ziet op bepaalde arbeidszaken en op geldvorderingen tot een bedrag van €5.000 van natuurlijk personen (al dan niet handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf).
De experimentele procedure houdt in dat zaken kunnen worden aangebracht en dat verweer kan worden gevoerd via een eenvoudig formulier, dat in alle gevallen een mondelinge behandeling wordt gepland en dat partijen gedurende de procedure op toegankelijke wijze worden geïnformeerd. Dit moet leiden tot een laagdrempelige voorziening voor kwetsbare groepen werknemers, zoals laagopgeleide arbeidsmigranten.
Het experiment zal drie jaar lopen bij kantonrechters in Den Haag, Overijssel, Rotterdam en Zeeland-West Brabant.