Het Dublinsysteem is gebaseerd op interstatelijk vertrouwen: het vertrouwen van Lidstaten — over en weer — dat asielzoekers in overeenstemming met het Vluchtelingenverdrag en andere regelgeving behandeld worden. De minister van Asiel en Migratie mag echter niet meer op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel uitgaan van de juistheid van de leeftijdsregistratie van asielzoekers in een andere EU‑Lidstaat. Het Unierecht regelt namelijk niet de wijze waarop een leeftijdsbeoordeling moet plaatsvinden. Welke waarde een leeftijdsbeoordeling uit een andere EU-Lidstaat heeft, is om die reden ongewis.