Indienen gronden na afloop van door rechtbank gestelde termijn: beroep toch ontvankelijk
Eiseres in deze zaak had weliswaar tijdig pro forma beroep ingesteld, maar de beroepsgronden ingediend na de termijn die de rechtbank haar had gegeven. Eiseres dacht 'een maand' de tijd te hebben, in plaats van 'vier weken'. De rechtbank overweegt dat de bevoegdheid om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren een discretionaire is, waarvan de rechtbank gebruik kan maken. In deze kwestie gaat het niet om overschrijding van een wettelijke termijn, maar om overschrijding van een door de rechtbank gestelde termijn die de interne procesorde dient. Gelet bovendien op de geringe termijnoverschrijding acht de rechtbank een niet-ontvankelijkverklaring niet op zijn plaats.