Diefstal vereist feitelijke heerschappij over goederen
Voor een veroordeling ter zake van diefstal van een aan een ander toebehorend goed (artikel 310 Sr) is onder meer vereist dat de dader zich de feitelijke heerschappij over dat goed heeft verschaft, dan wel dit aan de feitelijke heerschappij van de rechthebbende heeft onttrokken.