Hoge Raad over betekening van de dagvaarding
Als een dagvaarding niet is uitgereikt aan de verdachte, maar aan een ander die zich bevindt op het adres waar de verdachte is ingeschreven in de basisregistratie personen (art. 36e Sv), moet uit de akte van uitreiking blijken aan wie de dagvaarding is uitgereikt. Omdat de akte in casu niet de naam van die persoon vermeldde, kon het hof niet zonder meer oordelen dat sprake was van geldige betekening. Het hof had moeten onderzoeken of op een andere manier uit de stukken kon worden afgeleid aan wie de dagvaarding is uitgereikt.