Ontslag van alle rechtsvervolging voor agent na schietincident
De rechtbank oordeelt dat de politieambtenaar in deze strafzaak, in de gegeven omstandigheden, “in de rechtmatige uitoefening van haar taak en in overeenstemming met de geweldsinstructie” heeft gehandeld. Gelet op het gevaar dat naar de overtuiging van de politieambtenaar van de bestuurder uitging, mocht zij gebruikmaken van haar afweerbevoegdheid door in reactie op het (vermeende) grijpen door de bestuurder naar een wapen in zijn broeksband, in eerste instantie tweemaal van korte afstand op het bestuurdersportier van de auto te schieten. Ook met de daaropvolgende schoten heeft de politieambtenaar, ondanks het daarmee gepaard gaande risico voor de inzittenden, volgens de rechtbank conform de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit, redelijk en gematigd gehandeld.