De Duitse Belastingdienst had ui eigener beweging gegevens verstrekt aan de Nederlandse Belastingdienst over bankrekeningen van Nederlandse ingezetenen, onder wie de verdachte, in het buitenland. De verdachte werd vervolgd omdat hij weigerde te voldoen aan zijn inlichtingenplicht. De Hoge Raad is van oordeel dat, nu de verplichting van de verdachte om deze inlichtingen te verstrekken voortkomt uit een (gezien het Nederlands-Duitse belastingverdrag) toegelaten gebruik van de Duitse informatie, geen sprake was van ‘ongeoorloofd gebruik’ van deze gegevens, zoals het hof had geoordeeld. De niet-ontvankelijkheid van het OM blijft dan ook niet in stand.