Proefschrift: Uitbesteding van werk en (on)gelijke behandeling
Ondernemingen besteden op grote schaal werk uit aan bijvoorbeeld uitzendbureaus, payrollondernemingen en contractors. Dit proefschrift biedt inzicht in de talrijke verschijningsvormen van uitbesteding van werk en de rechtspositie van arbeidskrachten. Door middel van een systematische toets wordt nagegaan of (en zo ja, in hoeverre) het gerechtvaardigd kan zijn dat arbeidskrachten die uitbesteed werk verrichten minder gunstige arbeidsvoorwaarden toebedeeld krijgen dan 'eigen' werknemers van ondernemingen. Deze toets is ontwikkeld op basis van analyse van nationale en Europese wetgeving en jurisprudentie rond dit onderwerp.
Proefschrift: Schijnconstructies in het sociaal recht
In politieke context omvat de term 'schijnconstructies' zowel illegale als legale maar onwenselijke constructies. In juridische procedures wordt deze term evenwel gebruikt alsof het een juridisch begrip is, zonder duidelijk te maken welk juridisch argument schuilgaat achter de stelling dat in een aan de rechter voorgelegd geval van een 'schijnconstructie' sprake zou zijn. Dit proefschrift onderzoekt de juridische benadering van nationale en grensoverschrijdende 'schijnconstructies' in sociaalrechtelijke procedures door Nederlandse rechters. Bekeken worden daartoe:
(1) schijnconstructies en de vraag of wel of geen sprake is van een arbeidsovereenkomst;
(2) schijnconstructies en driehoeksrelaties in een nationale context;
(3) schijnconstructies en omzeiling/ontduiking van de ketenregeling;
(4) op arbeidsvoorwaarden betrekking hebbende schijnconstructies in driehoeksrelaties waarbij een buitenlandse vennootschap betrokken is, en
(5) schijnconstructies en premieshoppen in het licht van de EU socialezekerheidscoördinatie.
Proefschrift: Transitiefunctie in het ontslagrecht en werkloosheidsrecht
Voor een goed functionerende arbeidsmarkt is het van belang dat (ontslagen) werknemers eenvoudig een overgang naar ander betaald werk kunnen maken. Deze overgangen worden door de wetgever van-werk-naar-werk-transities genoemd. Sinds 2015 kennen wij — dankzij de Wet werk en zekerheid — de transitievergoeding, bedoeld als ontslagcompensatie en als middel om een van-werk-naar-werk-transitie te faciliteren. In dit promotieonderzoek staat de transitiefunctie in ontslag- en werkloosheidsrechtelijke regelingen centraal. Hoe heeft deze functie zich ontwikkeld en wat is de positie, omvang en wenselijkheid van deze functie in het sociaal recht?
Proefschrift: De ex-werknemer
Welke rechten en verplichtingen blijven eventueel nog bestaan, nadat een arbeidsovereenkomst is geëindigd? In dit proefschrift staat de postcontractuele rechtsverhouding tussen werkgever en werknemer centraal. Onderzocht wordt wat de rechtsverhouding tussen de ex-werknemer en de ex-werkgever inhoudt. Onderwerpen die daarbij aan bod komen zijn zorgvuldigheidsverbintenissen, zorg- en beloningsverbintenissen, het wijzigingsvraagstuk en medezeggenschap. Beoogd wordt een totaaloverzicht te bieden van de rechtsverhouding tussen ex-werkgevers en ex-werknemers, zowel ten aanzien van het arbeidsrecht als het pensioenrecht.
Proefschrift: Werkgeverschap in concernverband
Deze dissertatie biedt een analyse van wetgeving en rechtspraak rond werkgeverschap van concerns, waarbij vele arbeidsrechtelijke thema's de revue passeren — waaronder overgang van onderneming, herplaatsing, opvolgend werkgeverschap en beloning, de invloed van de EU-verkeersvrijheden en het IPR.
In Nederland is de werkgever niet het concern, maar de individuele concernvennootschap waarmee de werknemer de arbeidsovereenkomst is aangegaan. Dit neemt niet weg dat het concern een rol speelt bij het bepalen van de rechten en plichten die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst. De benadering is echter casuïstisch en gefragmenteerd. De Nederlandse wetgever en rechter beschouwen steeds verschillende omstandigheden als relevant om rechtsgevolgen te verbinden aan de concernverhouding, zonder dat duidelijk is waarom. Nederland moet bovendien rekening houden met het Europese recht, waarin ook op verschillende manieren omgaat met het concern wordt omgegaan.
Proefschrift: De arbeidssituatie van internationale vrachtwagenchauffeurs
Dit proefschrift gaat over intra-EU-arbeidskrachten en de arbeidsrechtelijke (schijn)constructies op basis waarvan zij in Nederland werken. In hoeverre werken intra-EU-arbeidskrachten in Nederland op basis van arbeidsrechtelijke (schijn)constructies die hen (financieel) benadelen en wat zijn hun ervaringen met arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden?
Proefschrift: De bijzondere rechtspositie van de militair
In juridische termen is de militair een ‘militair ambtenaar’. Opvallend is dat de rechtspositie van de militair nog steeds publiekrechtelijk is geregeld. Op 1 januari 2020 is de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren in werking getreden. Deze wet heeft ervoor gezorgd dat de meeste andere ambtenaren inmiddels een arbeidsovereenkomst hebben. Voor militairen is een uitzondering gemaakt, hoewel een overgang naar het arbeidsovereenkomstenrecht niet helemaal wordt uitgesloten. Deze studie biedt een overzicht van de rechten en plichten van de militair die afwijken van die van andere ambtenaren en werknemers. Ook wordt in het kader van het stakingsverbod voor militairen aandacht geschonken aan het arbeidsvoorwaardenoverleg in de sector Defensie. Vervolgens laat deze studie zien onder welke voorwaarden de bijzondere rechten en plichten in het arbeidsovereenkomstenrecht kunnen worden gerealiseerd.
Proefschrift: Protection of precarious workers in the EU
The traditional concept of employment, which involved fixed, permanent contracts, with full time hours and security in work has gradually been replaced by a model of employment that prioritises the development of competitive labour markets through increased flexibility in work. This shift has resulted in 'precarious' work: forms on non-standard employment that places the individual in a situation where they have little security in work or power over their working situation. Examples of precarious employment include platform work, zero-hour and on-demand contracts, the repeated use of temporary/short-term contracts, and bogus/false self-employment.
This doctoral thesis asks what level of protection is available to EU migrant workers engaged in precarious employment, who must navigate complex national migration and social security rules linked to their employment status. The thesis assesses how the legal framework applicable to precarious workers risks excluding them from certain protections and suggests how EU migrant workers can be better protected under EU law.
Proefschrift: Grenzen aan wettelijk ingrijpen in topbeloning
Zijn de 'balkenendenorm', een verbod op een gouden handdruk, of het bonusplafond in de financiële sector in strijd met de rechten van de mens? Uit dit promotieonderzoek blijkt dat ingrijpen kan, als er maar een overgangsperiode is. Er zijn soepele Europeesrechtelijke kaders waarin het beknotten van beloning zoals Nederland dat doet, prima passen. Pas bij grof ingrijpen in eigendomsrechten, met terugwerkende kracht en een exceptionele druk op het individu, trekt het EHRM een grens.
Proefschrift: Arbeidsrechtelijke bescherming
Dit boek gaat over de verschillende vormen van arbeidsrechtelijke bescherming die diverse groepen van werkenden hebben, en ook over de bescherming die deze groepen, gelet op de doelstelling van de betreffende arbeidsrechtelijke regelingen, zouden moeten hebben.
Proefschrift: The role of the Court of Justice in EU labour law
What role does the Court of Justice play in relation to the normative model underlying EU labour law? By looking at the Court's approaches to balancing of values underlying the rules on transfer of undertakings, the norms to which the Court adheres are identified. The research clarifies the extent to which the emancipatory dimension of labour law is present in the way the Court interprets the transfer of undertaking directive. In observing the jurisprudential developments in this area of labour law, the author considers the dynamics that influence the Court's decision-making.
Proefschrift: Opzet en bewuste roekeloosheid in het arbeidsrecht en het privaatrecht
In het arbeidsrecht komen de begrippen 'opzet' en 'bewuste roekeloosheid' op verschillende plaatsen voor. Dezelfde en vergelijkbare begrippen worden ook in andere deelgebieden van het privaatrecht gebruikt, waaronder het verzekeringsrecht, het vervoersrecht en het verkeersaansprakelijkheidsrecht. De begrippen worden evenwel niet overal op dezelfde manier uitgelegd. In dit proefschrift wordt onderzocht of de wijze waarop de begrippen 'opzet' en 'bewuste roekeloosheid' in het privaatrecht worden uitgelegd, intern consistent is met de wijze waarop deze begrippen in het arbeidsrecht worden uitgelegd. Daarbij komen de parlementaire geschiedenis, de literatuur en zowel de jurisprudentie van de Hoge Raad als de lagere jurisprudentie uitvoerig aan de orde. Voorgesteld wordt om het huidige model, waarin op verschillende plaatsen vergelijkbare schuldbegrippen worden gebruikt, te vervangen door een model met open normen.
Proefschrift: Rechten van migranten op bescherming tegen arbeidsuitbuiting
Dit proefschrift inventariseert de rechten van arbeidsmigranten en analyseert hoe de toegang tot deze rechten door de Staat wordt gefaciliteerd. Op basis van een analyse van de mensenrechten, het strafrecht, het recht op vrij verkeer van personen en het migratierecht wordt onderzocht op welke wijze bescherming wordt geboden aan migranten tegen arbeidsuitbuiting.
Daarbij wordt ten eerste bekeken welke arbeidsnormen bestaan ter behandeling van een migrant door de werkgever. Vervolgens worden de rechten in kaart gebracht die de positie van een migrant ten opzichte van een werkgever preventief kunnen versterken, zoals het recht op een verblijfsvergunning en het recht om van werkgever te veranderen. Tot slot wordt gekeken naar de rechten die een migrant heeft in een situatie van arbeidsuitbuiting.
Proefschrift: Sturingsinstrumenten in de WW
Door alle wijzigingen in de afgelopen 3 decennia zijn door het bos van de sociale zekerheid de bomen van de Werkloosheidswet niet meer te zien. Dit proefschrift geeft helderheid middels een verkenning van zes volumebeperkende sturingsinstrumenten in de WW ter sturing van het arbeidsmarktgedrag van werknemers en werklozen door beantwoording van vragen als: wat is er met de WW gebeurd? 'Werkt' het en wat zijn de (onbedoelde) gevolgen van de vele wetswijzingen, met name voor de rechtspositie van de WW'er?
Proefschrift: Leeftijdsdiscriminatie in Europees Recht
Hoe benadert de Europese rechter het gelijkebehandelingsrecht in het licht van sociaal, economisch en politiek gedreven brede werkgelegenheidsdoelstellingen bij de rechtvaardiging van leeftijdsdiscriminatie? In dit proefschrift is onderzoek gedaan naar de rol van het HvJ EU bij de bestrijding van leeftijdsdiscriminatie en het bereiken van twee doelstellingen: het stimuleren van actief ouder worden en het stimuleren van solidariteit tussen generaties.
Proefschrift: Opvolgend werkgeverschap
Opvolgend werkgeverschap is van grote invloed op de werknemersbescherming bij allerhande uitzendconstructies en bij werkgeverswissels als gevolg van bijvoorbeeld een bedrijfsovername, faillissement, aanbesteding (concessie) of overstap binnen een concern. De juridische consequenties van opvolgend werkgeverschap kunnen verstrekkend zijn, bijvoorbeeld voor de ontslagvolgorde bij bedrijfseconomisch ontslag, de hoogte van de transitievergoeding, de lengte van de door de werkgever in acht te nemen opzegtermijn en de toepasselijkheid van de 'preventieve ontslagtoets' door het UWV of de rechter.
Dit onderzoek richt zich niet alleen op de criteria en juridische gevolgen van opvolgend werkgeverschap, maar ook op de grondslagen (de ratio) en de verhouding tot andere concepten binnen het algemeen vermogensrecht. Dit boek is relevant voor iedere jurist die zich bezighoudt met het arbeidsrecht.
Proefschrift: De representativiteit van vakbonden in het arbeidsvoorwaardenoverleg
Nederland telt ongeveer 1.000 cao's die gelden voor ruim 5,5 miljoen werknemers. Een tweetal actuele maatschappelijke ontwikkelingen zijn de afnemende organisatiegraad en de steeds eenzijdiger wordende samenstelling van het ledenbestand van vakbonden. Dit roept de vraag op of vakbonden nog wel voldoende representatief zijn bij onderhandelingen over arbeids- en werkgelegenheidsvoorwaarden. Welke rol speelt de representativiteit van vakbonden in het huidige cao-recht en behoeft de juridische vormgeving daarvan aanpassing?
Proefschrift: EU employment governance
Overheden worden geconfronteerd met drie vraagstukken op het gebied van arbeidswetgeving: niet-reguliere banen, ongelijkheid en werkloosheid. In dit proefschrift staat de aanpak van de EU van deze vraagstukken centraal. Besproken wordt welke mogelijkheden de EU heeft voor governance op het gebied van werkgelegenheid. Daarnaast wordt besproken welke rol de EU kan en moet spelen bij het beschermen en bevorderen van werknemersrechten bij globalisering van de markt en structurele werkloosheid.
Proefschrift: De inzet van medisch deskundigen in arbeidsongeschiktheidsgeschillen
Bestuursrechters kunnen bij arbeidsongeschiktheidsgeschillen advies inwinnen
van een onafhankelijke medisch deskundige. Vrijwel altijd volgt de rechter in zijn beslissing het deskundigenadvies. Het is daarom van belang dat dit proces
zorgvuldig en transparant verloopt. In de praktijk blijkt daar het een
en ander op af te dingen.
Op basis waarvan besluit de rechter een deskundige in te schakelen?
Is dat afhankelijk van de kwaliteit van de rapporten van de verzekeringsartsen van
het UWV? Kan de rechter die verzekeringsgeneeskundige rapporten en vervolgens het rapport van de medisch deskundige wel op
waarde schatten? Hoe kijkt de bestuursrechter naar een medisch rapport en hoe
zit dat met de medische gegevens die de rechtzoekende zelf inbrengt in de procedure?
Proefschrift: Arbeidsrecht en insolventie
In deze dissertatie wordt in kaart gebracht wat de gevolgen zijn van het faillissement van een werkgever—en waar relevant ook van een verleende surseance—op de volgende deelonderwerpen:
- het loon;
- het einde van de arbeidsovereenkomst;
- het concurrentiebeding;
- de doorstart, en
- de medezeggenschap.
Separate aandacht is er voor de vraag in hoeverre een werkgever misbruik van faillissement maakt als hij het faillissement aanvraagt met het oog op omzeiling van de rechten van de werknemer.
Proefschrift: De reikwijdte van medezeggenschap
In dit proefschrift onderzoekt Isle Zaal in welke situaties de medezeggenschap en zeggenschap uiteen lopen. In dat kader analyseert zij onder meer de invloed van werknemersvertegenwoordigers in kapitaalvennootschappen, in failliete vennootschappen en in geval van een fusie of overname.
Proefschrift: Medezeggenschap van werknemers bij financieel-economische besluiten
In dit onderzoek wordt allereerst geanalyseerd welke medezeggenschapsrechten werknemers(vertegenwoordigers) toekomen bij financieel-economische besluiten van de ondernemer. Onderzocht wordt of het systeem van wet- en regelgeving inzake medezeggenschap bij financieel-economische besluiten tekortkomingen bevat, en op welke wijze de gesignaleerde lacunes kunnen worden opgevuld. Vervolgens spiegelt de auteur het Nederlandse medezeggenschapsrecht bij financieel-economische besluiten aan het Duitse medezeggenschapsrecht. Getracht wordt voor de geconstateerde verschillen tussen de beide rechtsstelsels een verklaring te geven.
Proefschrift: Wangedrag van werknemers
Indien een werkgever een vermoeden heeft dat een werknemer zich aan bepaald wangedrag schuldig maakt, probeert hij de dader meestal op te sporen. Indien de dader eenmaal is opgespoord, of de werkgever heeft een werknemer op heterdaad betrapt, wordt vaak een sanctie opgelegd. De vraag die rijst is, of in Nederland regelgeving bestaat die de opsporing en sanctionering door werkgevers, van wangedrag door werknemers, legitimeert. Dit onderzoek spitst zich toe op de deelvragen die uit deze probleemstelling voortvloeien.
Proefschrift: Pluraliteit van werkgeverschap
De rode draad in deze studie vormt de wijze waarop in wetgeving en rechtspraak rekening wordt gehouden met pluraliteit van werkgeverschap. In dat kader wordt onderzocht in welke situaties sprake is van pluraliteit van werkgeverschap, welke partij in die situaties als werkgever kan worden gekwalificeerd en wanneer en op welke wijze een ander dan de werkgever jegens de werknemer gehouden is tot nakoming van verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst. De onderliggende vraag is daarbij of in wetgeving en rechtspraak voldoende wordt tegemoetgekomen aan de belangen van werknemer en werkgever wanneer aan werkgeverskant tegelijkertijd of achtereenvolgens verschillende partijen zijn betrokken bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst.
Oratie: Alles heeft zijn tijd
Economen gebruiken vaak neutrale (logische) tijd in hun modellen, maar de werkelijke tijd is historisch. Daarin is elk moment anders en veranderen kansverdelingen met de tijd. Door naar de kwaliteit van de tijd te kijken, wordt duidelijker welke ontwikkelingen de overlevingskansen van pensioenfondsen en financiële instellingen bedreigen en hoe de evolutionaire selectie kan worden overleefd dankzij tijdige innovaties. Dit zegt Fieke van der Lecq in haar oratie.
De wetenschap kan helpen om duidelijker te maken welke ontwikkelingen de overlevingskansen van pensioenfondsen en financiële instellingen bedreigen en hoe de evolutionaire selectie kan worden overleefd dankzij tijdige innovaties, door ook vanuit historische tijd te werken. Dat vergroot de kans op bruikbare innovaties. In de historische tijd zijn kansen tijdgebonden, dus ook de tijdigheid van de structurele veranderingen is belangrijk. De noodzaak tot hervormingen van het Nederlandse pensioenstelsel neemt toe. Het vertrouwen in pensioenen en financiële diensten is afgenomen en informatietechnologie wordt belangrijker, maar concurreren op de kwaliteit (en ethiek) van de dienstverleningsrelatie wint daardoor aan betekenis.
Proefschrift: Activering en privatisering in de Nederlandse ziekte- en arbeidsongeschiktheidsregeling in grensoverschrijdende situaties
De Nederlandse overheid schuift de verantwoordelijkheid voor inkomensvoorziening en re-integratie bij ziekte (privatisering van sociale zekerheid) steeds meer door naar werkgevers en werknemers. Zo moet de werkgever het loon aan de zieke werknemer maximaal twee jaar doorbetalen. In die ziekteperiode moeten werknemer en werkgever er alles aan doen om de werknemer in het arbeidsproces te houden of terug te laten keren. En zelfs als de werknemer langer dan twee jaar ziek blijft en een arbeidsongeschiktheidsuitkering van het UWV krijgt, zijn re-integratie en activering door de werkgever van belang. Wanneer de werknemer in het buitenland woont, blijken deze Nederlandse regels echter niet eenvoudig toepasbaar. Werknemers die in Nederland werken en ziek worden, vallen onder de Nederlandse regelingen; ook als ze in het buitenland wonen. De Europese coördinatieverordeningen die dan van toepassing zijn bieden ook niet veel hulp, omdat ze nog weinig rekening houden met re-integratie van werknemers en privatisering van sociale zekerheid. Bijgevolg kunnen de zieke en arbeidsongeschikte werknemer en zijn werkgever rechtsonzekerheid ervaren en komen ze lacunes in de wet en een onjuiste of gebrekkige uitvoering van de Nederlandse regels tegen. In haar proefschrift heeft Saskia Montebovi deze problemen uitgebreid geanalyseerd en uitgelegd. Het onderzoek levert een zinvolle bijdrage aan de modernisering van de sociale zekerheid én aan de bevordering van het vrije verkeer van werknemers.
Oratie: Het Nederlands ontslagrecht en het BBA-carcinoom
Het Nederlandse ontslagrecht is complex en onoverzichtelijk. Het voert tot ongelijke behandeling van gelijke gevallen. Het stelsel belemmert het in (vaste) dienst nemen van werknemers. De uitkomsten zijn slecht voorspelbaar, zowel voor werkgevers als voor werknemers. Het systeem biedt lang niet altijd een adequate rechtsbescherming. De regelgeving heeft geleid tot een juridisering van de arbeidsverhoudingen. De ingewikkeldheid vloeit mede voort uit het feit dat er in ons land twee ontslagroutes bestaan met een eigen dynamiek. Werkgevers zijn beducht voor de onzekerheid over het tot een einde kunnen brengen van een dienstverband en de kosten die daarmee zijn gemoeid. Ook vanuit het perspectief van de werknemers leidt het stelsel tot rechtsonzekerheid.
Proefschrift: De grondslagen van de ontslagvergoeding
De centrale probleemstelling van dit boek is: onderzoek naar de aard, functie en inzet van de ontslagvergoeding. Het in kaart brengen en waarderen van de grondslagen en het bestaansrecht van de ontslagvergoeding in het verleden, het heden, en voor de toekomst.
Proefschrift: Arbeidsongeschiktheid
Kort samengevat zijn de centrale vragen in dit boek:
· Hoe hebben de wettelijke stelsels die werknemers beschermen tegen arbeidsongeschiktheid
zich ontwikkeld?
· Hoe verhielden en verhouden de stelsels zich tot elkaar?
· Tot welke problemen leidt de huidige verhouding tussen de verschillende
stelsels?
· Hoe zouden deze problemen kunnen worden opgelost?
Proefschrift: De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd
De probleemstelling voor dit onderzoek is in hoeverre de sollicitatiefase en proeftijd door het recht worden genormeerd. Daarnaast wordt de vraag gesteld in hoeverre de bescherming van de sollicitant respectievelijk werknemer in de proeftijd in verhouding tot het belang van de werkgever voldoende is en of verdere normering (al dan niet via een wettelijke regeling) is aangewezen.
Proefschrift: Onderhoudsplicht en bijstand
Een onderzoek naar de verhouding tussen overheidszorg en onderhoud door familie- en gezinsleden.
Proefschrift: De handhaving van het verbod op illegale tewerkstelling
De verhouding tussen strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving in de Werkgeverssanctierichtlijn, Nederland en Duitsland.
Proefschrift: Re-integratie van de zieke werknemer
Op het gebied van de loondoorbetalingsplicht en op het gebied van de verzuimvoorschriften schiet het Nederlandse reintegratierecht voor werknemers tekort. Het biedt aan zieke werknemers geen betrouwbare en flexibele contractspositie, bevordert hun optimale inzet niet en er bestaat geen balans tussen de rechten en plichten van alle betrokkenen, concludeert Mark Diebels in zijn proefschrift. Hij onderzocht of Nederland op het gebied van arbeidsverzuim voldoet aan de wet- en regelgeving van de Europese Unie. Diebels doet 26 aanbevelingen om het re-integratierecht zo vorm te geven dat de balans in rechten en plichten in Nederland wordt hersteld.
Proefschrift: Re-integratie bij letselschade
Marieke Opdam maakt inzichtelijk dat het sociaal recht voldoende mogelijkheden biedt om bij de re-integratie van een letselschadeslachtoffer de slachtoffervriendelijke uitgangspunten uit het aansprakelijkheidsrecht in acht te nemen, zonder dat dit ten koste hoeft te gaan van succesvolle re-integratie. Zo kan voor de benadeelde een ‘slachtoffervriendelijk’ re-integratietraject worden gerealiseerd, waarin meer dan standaard rekening wordt gehouden met zijn wensen en behoeften.
De resultaten van dit onderzoek zijn van belang voor letselschadeslachtoffers en anderen die bedrijfsmatig betrokken zijn bij de re-integratie. Op dit moment bestaat in de praktijk onvoldoende aandacht voor de wisselwerking tussen de inhoudelijk verschillende verplichtingen. Dit onderzoek biedt waardevolle handvatten om bij de re-integratie van letselschadeslachtoffers rekening te houden met zowel het aansprakelijkheidsrecht als het arbeids- en socialezekerheidsrecht.
Proefschrift: Rechtspleging in arbeidszaken
De probleemstelling voor dit onderzoek is als volgt geformuleerd: hoe heeft rechtspleging in arbeidszaken zich in Nederland tot op heden ontwikkeld en op welke wijze dient rechtspleging in arbeidszaken in de 21e eeuw te worden ingericht? Welke criteria moeten daarbij in acht genomen worden?
Proefschrift: Wetgeving en beleid voor flexibele arbeid
Een aspect van de veranderingen in de wetgeving gericht op flexibele arbeid is dat de beschermingsfunctie van die wetgeving onder druk is komen te staan en dat in bepaalde delen van de arbeidswetgeving het beschermingsniveau is gedaald. Tussen het streven naar vergroting van de mogelijkheden tot het gebruik van die flexibele arbeid enerzijds en naar werknemersbescherming anderzijds, bestaat dus spanning. Het doel van het onderzoek is daarom de wijzigingen van de arbeidswetgeving kritisch te onderzoeken. Het belangrijkste gezichtspunt daarbij is de vraag in hoeverre de door de wetgever beoogde werknemersbescherming, ook waar deze minder ver strekt dan voorheen, door de desbetreffende wetgeving wordt gerealiseerd. Als bron om vast te stellen welke de beschermingsdoeleinden van de wetgever zijn, opdat de realisatie ervan kritisch is te analyseren, zijn niet alleen de (letterlijke) uitingen van de wetgever bij de totstandkoming van de wetswijzigingen belangrijk. Deze wettelijke beschermingsdoelen moeten in hun context worden beoordeeld. Om die reden vormt een belangrijk subdoel van het onderzoek de kritische reconstructie van de overwegingen en aannames waarop het wetgevingsbeleid en de wetswijzigingen gericht op flexibele arbeid zijn gebaseerd.
Proefschrift: Commissies van beroep in het bijzondere onderwijs
In dit proefschrift is onderzoek verricht naar commissies van beroep in het bijzonder onderwijs. Werknemers in het bijzonder onderwijs kunnen sinds jaar en dag beroep instellen tegen verschillende (nader geregelde) besluiten van de werkgever die betrekking hebben op hun arbeidsrechtelijke rechtspositie. In deze studie is op basis van een analyse van ruim 2.600 uitspraken op verschillende onderdelen het functioneren van de commissies van beroep in Nederland onderzocht.
Daarnaast is de Wet Werk en Zekerheid (Wwz), die per 1 juli 2015 heeft geleid tot een ingrijpende wijziging van het Nederlandse ontslagrecht en de wettelijke regeling van de commissies van beroep, in dit onderzoek betrokken. Wat betekent de Wwz voor de commissies van beroep? Welke rollen zijn er voor de commissies van beroep nog weggelegd na de invoering van de Wwz, mede gelet op de analyse van de uitspraken uit het verleden? Op basis van de onderzoeksresultaten wordt een aantal aanbevelingen gedaan.
Proefschrift: Bijzonder ontslagprocesrecht
Het onderzoek brengt in kaart op welke punten het ontslagprocesrecht afwijkt van het ‘normale’ civiele- en bestuursprocesrecht, wat de ratio is voor deze afwijkingen en of deze afwijkingen geoorloofd zijn, onder meer in het licht van de hogere internationale norm van art. 6 EVRM. Daarnaast wordt in de studie rechtsvergelijkend onderzoek gedaan naar het Duitse en Italiaanse ontslagstelsel. Bieden deze stelsels bruikbare alternatieven voor de procesrechtelijke bijzonderheden in het Nederlandse stelsel? Ten slotte wordt ingegaan op de Wet werk en zekerheid en het nieuwe ontslagprocesrecht dat daardoor per 1 juli 2015 in werking zal treden. Wat betekent deze wet voor de huidige procesrechtelijke bijzonderheden in het ontslagrecht? Daarnaast wordt dat nieuwe ontslagprocesrecht kritisch bezien mede in het licht van de rechtsvergelijkende bevindingen in de studie.
Proefschrift: Toegang tot het recht bij ziekte en arbeidsongeschiktheid
Bram Rijpkema’s proefschrift behandelt de toegang tot het recht bij geschillen rondom ziekte en arbeidsongeschiktheid. Het beeld dat uit zijn onderzoek naar voren komt is dat het stelsel in zijn huidige vorm op verschillende punten tekort schiet. Naar Rijpkema’s oordeel kan de toegang tot het recht worden vergroot door het stelsel te verfijnen, waarbij de wetgever blijft reguleren, faciliteren en coördineren en de betrokken partijen zo veel mogelijk de normen inhoudelijk uitwerken. De knelpunten die zijn blootgelegd betreffen de aspecten transparantie, consistentie en finaliteit. Rijpkema doet aanbevelingen om deze onvolkomenheden aan te pakken.
De sociale zekerheid op het terrein van ziekte en arbeidsongeschiktheid is de afgelopen jaren veranderd. De verantwoordelijkheid van de werkgever is vergroot met de loondoorbetalingsplicht bij ziekte van 104 weken op grond van het BW en figuren als premiedifferentiatie en eigenrisicodragerschap in de Wet WIA. Dit hangt samen met de nadruk die is komen te liggen op re-integratie. Tegelijkertijd is de overheid meer op afstand gaan staan als kaderschepper en toezichthouder. Opmerkelijke instrumenten hierbij zijn het deskundigenoordeel van het UWV bij geschillen tussen werkgever en werknemer en de loonsanctie waarmee de loondoorbetalingsperiode door het UWV met ten hoogste 52 weken wordt verlengd. Met deze verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid, werkgever en werknemer voldoet het huidige stelsel aan de omschrijving van een ‘regulatory welfare state’.
De veranderingen in het recht werken door in de rechtsbescherming. Civielrechtelijke loonvorderingsprocedures zijn bijvoorbeeld in de plaats gekomen van bestuursrechtelijke procedures over ziekengeld. Ook kan de eigenrisicodragende werkgever tegenover zijn werknemer als bestuursorgaan worden aangemerkt met alle procedurele gevolgen van dien. Rijpkema heeft gekeken of en in hoeverre bij dit soort veranderingen in de procedures de toegang tot het recht van werkgever en werknemer in het geding komt. Is het voor een rechtzoekende bijvoorbeeld nog mogelijk om vooraf in te schatten wat zijn rechten zijn en hoe hij deze kan effectueren? Is het stelsel met zijn bijzondere procedures te doorgronden? En draagt de vormgeving van het stelsel er aan bij dat een geschil volledig en definitief wordt opgelost?
Proefschrift: Algemene voorwaarden in het arbeidsrecht
- Wat zijn de redenen geweest om het arbeidsrecht uit te
sluiten van de wettelijke regeling rond algemene
voorwaarden?
- Is het arbeidsrecht desondanks beïnvloed door de algemene
voorwaarden?
- Wat zou toepasselijkheid van de regeling van algemene voorwaarden kunnen
meebrengen voor het individuele en voor het collectieve arbeidsrecht?
- En is het wenselijk de regeling van algemene voorwaarden alsnog van toepassing te verklaren
op ons arbeidsrecht?
Proefschrift: De invloed van ILO-conventie 181 en regelgeving omtrent uitzendarbeid
Hoe valt ILO-Conventie 181 in het licht van de 'vermensenrechtelijking' van arbeidsverhoudingen te waarderen? Vast valt te stellen dat Conventie 181 ziet op vele mensen- en arbeidsrechten, die ook in de mensenrechtenverdragen te vinden zijn. Die verdragen zijn echter breder van opzet. De hierbij behorende internationale normatieve frameworks betreffen soft law. Conventie 181 brengt echter ten aanzien van uitzendarbeid meer verplichtingen met zich mee.
Oratie: Werk en zekerheid: ontslagrecht doen in tijden van hard and fast rules
Kent u het Koningslied nog? “Daar sta je dan, de dag die je wist dat zou komen is eindelijk hier.” Ons arbeidsrechtjuristen staat op 1 juli 2015 een nog veel bijzonderder dag te wachten. Voor ons geldt dan: “Daar sta je dan, de dag die je wist dat niet zou komen is eindelijk hier”. Een hele vreemde dag.
Oratie: Is sociale rechtshulp van gisteren?
Heeft sociale rechtshulp nog toekomst? Sterker, is sociale rechtshulp niet van gisteren? Het heeft iets van zelfhaat om je intreerede als hoogleraar Sociale Rechtshulp met die vraag te beginnen en het is bijna een belediging van al die goede feeën die aan de wieg van de leerstoel hebben gestaan. Toch meent auteur dat aan deze vraag niet te ontkomen valt.
Oratie: Overheveling van onderdelen van sociale zekerheid naar arbeidsrecht en omgekeerd
De aanleiding om de verantwoordelijkheid voor de inkomensvoorziening bij ziekte van de Ziektewet naar de werkgever over te hevelen was dat in de jaren ’80 en ’90 het aantal mensen dat een ZW- of WAO-uitkering ontving bleef groeien. ‘Nederland is ziek’, aldus toenmalig premier Lubbers. Op gegeven moment ontstond de politieke overtuiging dat deze situatie alleen kon worden veranderd door werkgevers verantwoordelijk te maken voor de inkomensvoorziening bij ziekte.
Proefschrift: Benoeming, beloning en ontslag van de vennootschapsbestuurder
Bestuurders met een arbeids- of opdrachtovereenkomst hebben een dubbele rechtsverhouding met hun vennootschap. Enerzijds is sprake van een contractuele rechtsrelatie (Boek 7 BW), anderzijds bestaat een vennootschapsrechtelijke band (Boek 2 BW). Deze dissertatie is de neerslag van een onderzoek naar die dubbele binding op het gebied van benoeming, beloning en ontslag.
Proefschrift: Arbeidsrecht in insolventie
In deze dissertatie wordt, mede aan de hand van rechtsvergelijking met Duitsland en België, onderzocht wat de verhouding is tussen het arbeidsrecht en het insolventierecht in Nederland.
Het spanningsveld tussen beide rechtsgebieden is opgedeeld in verschillende onderdelen: het individuele arbeidsrecht wanneer een werkgever in een insolventieprocedure terechtkomt, het collectieve arbeidsrecht wanneer de werkgever in een insolventieprocedure terechtkomt en de positie van de werknemers bij een reorganisatie wanneer de werkgever zich in een insolventieprocedure bevindt.
Proefschrift: De invloed van werknemers op de strategie van de vennootschap
Werknemers gebruiken hun invloed op de vennootschap grotendeels om hun arbeidsvoorwaarden te verbeteren. Dat is kortzichtig, stelt Marnix Holtzer in zijn proefschrift. Ze zouden beter kunnen meedenken over de strategie van het bedrijf. Dan kunnen ze ook sturen op langetermijnstrategieën die van grotere sociale en maatschappelijke betekenis kunnen zijn dan alleen de hoogte van hun eigen loon en dat van hun collega's. Ook het bestuur en de raad van commissarissen hebben er belang bij deze invloed van werknemers te ondersteunen.
Proefschrift: De rol van werknemers(vertegenwoordigers) bij grensoverschrijdende fusies
Centraal in dit proefschrift staat de rol van Nederlandse werknemers(vertegenwoordigers) bij grensoverschrijdende fusies. De praktijk leert dat er nog weinig grensoverschrijdende juridische fusies plaatsvinden waarbij werknemers zijn betrokken. De complexe regeling met betrekking tot de rol van werknemers is daaraan zeker debet. Deze studie biedt een fundamentele analyse van de wettelijke regeling en maakt inzichtelijk hoe de regels moeten worden toegepast.
Proefschrift: Particuliere recherche door werkgevers
Wetgeving en rechtspraak over recherchegedrag door werkgevers vormen een lappendeken met her en der gaten. Er zijn wel regels en er is jurisprudentie, maar alles bij elkaar schiet het Nederlands recht tekort en zijn werknemers onvoldoende beschermd tegen schendingen van hun privéleven. Dat concludeert Heleen Pool in haar proefschrift.
Proefschrift: Werkzekerheid in het arbeidsrecht
Hoe verhoudt werkzekerheid zich als doelstelling tot het arbeidsrechtelijke kader en welke rol kan de cao als juridisch instrument spelen in de realisatie van werkzekerheid? In juridisch perspectief is relevant of cao-partijen werkzekerheidsafspraken kunnen maken en in hoeverre zij dit al (lijken te) doen, en tevens wat het rechtskarakter en de rechtswerking is van de cao-bepalingen die als werkzekerheidsbepalingen gekarakteriseerd kunnen worden.
Proefschrift: Gezichtspunten in het privaatrecht, in het bijzonder het arbeidsrecht
Het hangt af van alle omstandigheden van het geval. Eenieder die regelmatig kennisneemt van (civielrechtelijke) rechtspraak zal deze woorden bekend voorkomen. De Hoge Raad heeft de afgelopen halve eeuw verschillende methoden ontwikkeld om nadere invulling te geven aan het—op zichzelf weinigzeggende—criterium dat moet worden gekeken naar alle omstandigheden van het geval.
Eén daarvan betreft het formuleren van wat in dit proefschrift gezichtspuntencatalogi genoemd worden. Een gezichtspuntencatalogus geeft aan welke feiten relevant zijn en welke niet, en geeft bovendien maatstaven om de relevante feiten juridisch te beoordelen. De Hoge Raad heeft in de loop der tijd vele van dergelijke lijsten met gezichtspunten, ofwel relevante factoren, geformuleerd, op tal van civielrechtelijke deelgebieden, niet in de laatste plaats het arbeidsrecht.
Proefschrift: De WW en nieuwe sociale risico's
Dit proefschrift onderzoekt de vernieuwing van de sociale zekerheid versus de grenzen die hieraan gesteld worden door internationale sociale verdragen. Hoe kan de sociale zekerheid worden gemoderniseerd? Hoe verhouden keuzevrijheid en eigen verantwoordelijkheid zich tot de in de internationale verdragen vastgelegde principes als inkomensbescherming, solidariteit en gelijke behandeling? En welke rol spelen private instrumenten als spaarregelingen en een loondoorbetalingverplichting hierbij?
Proefschrift: Werknemerscompensatie en preventie van arbeidsongevallen en beroepsziekten
Slachtoffers van arbeidsongevallen en beroepsziekten krijgen meestal geen compensatie voor financiële schade. Bovendien worden ze vaak onheus bejegend. Dit proefschrift doet verslag van een theoretisch en empirisch onderzoek naar de preventieve werking van verschillende systemen van werknemerscompensatie. De huidige compensatiepraktijk werkt niet, is de conclusie: van de 25.000 slachtoffers per jaar die financiële schade oplopen, komen er slechts 4.000 in aanmerking voor enige schadevergoeding.
Proefschrift: De identiteitsgebonden werkgever in het arbeidsrecht
Godsdienstige en levensbeschouwelijke instellingen laveren vaak in een spanningsveld tussen verschillende grondrechten, vooral wat betreft de verhouding tussen de vrijheid van godsdienst en het recht op gelijke behandeling. Welke mogelijkheden en begrenzingen zijn er voor de godsdienstige of levensbeschouwelijke werkgever bij het vormgeven van de arbeidsorganisatie? In dit proefschrift wordt het rechtskader besproken.
Proefschrift: Het wijzigen van de arbeidsovereenkomst
In dit proefschrift wordt het wijzigen van de
arbeidsovereenkomst benaderd vanuit
vermogensrechtelijk perspectief. De vraag is of de
arbeidsovereenkomst past in het civielrechtelijke
systeem, gezien de toepassing van de rechtsregels die
gelden voor het wijzigen van de arbeidsovereenkomst in
vergelijking tot de toepassing van de rechtsregels die
gelden voor het wijzigen van de civielrechtelijke
overeenkomst.
De rechtsregels voor het wijzigen worden
uiteengezet en de verschillen tussen de rechtsregels
voor het wijzigen worden verklaard. Ook
wordt aandacht besteed aan het wijzigen van de
arbeidsovereenkomst op collectief niveau en aan het
einde van de arbeidsovereenkomst als ultieme
wijzigingsvorm.